Nederlandse vrouwen zijn geen ‘Verwende Prinsesjes’!

Nederlandse vrouwen worden nogal eens bestempeld als ‘ambitie loos’ of er wordt gezegd dat ze, zodra ze moeder worden, ‘gewoon niet meer willen’. Kortom we hebben in Nederland te maken met verwende prinsessen. De realiteit is echter veel genuanceerder.

Op 13 december 2012 schreef Elma Drayer een column in Trouw met als titel “Onbegrijpelijk, Nederlandse vrouwen doen zichzelf tekort.” Alhoewel haar column niet refereerde aan het boek dat zij 2 jaar geleden publiceerde, moest ik wel meteen denken aan wat zij de Nederlandse ‘verwende prinsesjes’ noemt.

Nederlandse vrouwen zouden, met hun halve baan, gewoon verwend zijn. Naast leuk 3 dagen werken doen we allemaal heel veel leuke andere dingen, maar echt handen uit de mouwen steken om voor een zelfstandig economisch bestaan te zorgen, daar zijn we gewoon te lui en/of naïef voor. We gaan er altijd van uit dat er wel iemand financieel voor ons zou zorgen, onze partner, familie of desnoods de Staat. En dus zijn we verwende prinsesjes, zeker vergeleken met wat vrouwen in India te verduren hebben, zo lees ik in haar column.

Maar dit is wel een erg gesimplificeerde weergave van de werkelijkheid. Ja, in Nederland bestaat een anderhalf verdieners standaard. En ja, dat valt nogal eens (zeer) nadelig uit voor vrouwen op het moment dat het mis gaat. Het klopt ook dat veel vrouwen met volle overtuiging deze keus lijken te maken, terwijl ze zich tegelijkertijd “[…] lang niet altijd bewust [zijn] van de risico’s van gebeurtenissen zoals scheiding, werkloosheid en overlijden van de partner.”

En dat is inderdaad een probleem, want dat is namelijk de reden waarom vrouwen zoveel vaker te maken hebben met armoede dan mannen. En daarmee ben ik het dan met Drayer eens: dat zou niet zo moeten zijn. Maar als Elma zegt ‘hup dames aan het werk’, gaat er natuurlijk geen vrouw extra aan het werk. Dat werkt gewoon niet: het motiveert niet. Sterker nog, het kan hooguit bijdragen aan het ‘niet-goed-genoeg’ gevoel dat veel  vrouwen toch al hebben. Zo gaan met name jonge moeders  vaak door een fase waarin ze even niet meer weten wie ze zijn en ze zich vragen stellen over hoe ze hun maatschappelijke rol met hun moederrol moeten combineren.

Jonge vrouwen worden op het moment dat ze zwanger zijn ineens gezien en benaderd als een ander soort mens. Tot die tijd deden ze namelijk gewoon net zoals de mannen: opleiding volgen en afmaken, (fulltime) gaan werken, sporten, vrijwilligerswerk, sociale contacten onderhouden. Zeg maar gewoon zoals ieder mens. En vanaf het moment dat je zwanger bent verhuis je in de ogen van anderen naar een andere categorie, een soort van hogere rangorde: die van (aanstaande) moeder. Op dat moment wordt je dan ook een geconfronteerd met wat onze samenleving vind dat je als goede moeder zou moeten doen.

Zo is de eerste vraag die je hier in Nederland krijgt zodra je zwanger bent: “Hoeveel dagen ga je nu werken?”. En in die ene ogenschijnlijk onschuldige vraagt, liggen alle verwachtingen en rolpatronen vast van wat je als nieuwe moeder ‘zou moeten doen’. Namelijk:

  1. Je moet blijven werken
  2. Je mag niet meer fulltime gaan werken
  3. Je wordt ook niet geacht te stoppen met werken

En zie daar, als aanstaande moeder wordt je zo op dagelijkse basis geconfronteerd met het Nederlandse anderhalf verdieners model. Het model dat schijnbaar om allerlei redenen zo goed is voor de moeder, het kind en de vader, kortom: het hele gezin.

Hier liggen dan weer allerlei presumpties aan ten gronde, namelijk dat:

  1. De ambities van vrouwen zodra de melkproductie op gang komt, opdrogen. Of althans zich verplaatsen naar de ambities rondom het moederschap.
  2. Kinderen verworden tot kleine criminelen wanneer je ze fulltime professioneel laat opvangen. Of op z’n minst dat het niet goed en/of erg zielig voor ze is. Want ouders zorgen nou eenmaal veel beter voor kinderen.
  3. Als er ergens staat/wordt gezegd ‘ouders’ dat we dan bedoelen: moeders.

En dan is het gewoon verdomd lastig om daarin je eigen weg te vinden en keuzes te maken. Ik zou zelfs willen stellen dat het net zo dapper is voor jonge moeders van nu om fulltime te blijven werken als dat het was voor Aletta Jacobs was om in 150 jaar geleden als eerste vrouw in Nederland te gaan studeren. Er zijn gewoon nog heel veel obstakels om de ambities die je als mens had, gewoon te blijven volgen zodra je moeder wordt.

Doen vrouwen zich daarmee te kort? Misschien. Wellicht dat zodra de omgeving anders naar je gaat kijken, je dat zelf ook doet. En dus zou het zomaar kunnen dat vrouwen er daarom voor kiezen om minder te gaan werken en daarmee hun eerdere ambities niet meer waarmaken.

Maar daar zou het debat niet over moeten gaan. In plaats van dat we als vrouwen elkaar onderling gaan beschuldigen of verwijten over individuele keuzes, zouden we het moeten hebben over waar het werkelijk om gaat: de onderliggende presumpties. Want die gaan iedereen aan: vaders, moeders, kinderen, grootouders, de kinderopvang, scholen, de overheid.

Ik zou zelfs willen beweren dat niet enkel vrouwen, maar ook mannen en eigenlijk de Nederlandse samenleving in zijn geheel zich te kort doen wanneer we deze anderhalf verdieners standaard blijven handhaven. Want terwijl er niks mis is met een individuele keuze van een mens om parttime te werken, gaat er veel talent en energie verloren op het moment dat er slechts één soort mens deze keuze mag (of moet) maken: moeders. Ik denk aan de vrouwen die misschien wel meer buitenshuis zouden willen werken, maar ook aan mannen die graag minder werken.

Wat mij betreft zou het debat dus níet moeten gaan over individuele keuzes van ‘verwende prinsesjes’ of over hoe ‘vrouwen zich te kort doen’, nee het debat zou moeten gaan over de kaders van het anderhalf verdieners model. En vooral ook over de achterliggende presumpties: welke waarde hechten we er aan; en hoe belangrijk zijn ze nog voor het Nederland van de 21e eeuw?

Dit artikel verscheen – in verkorte versie – op 22 december 2012 in Trouw.

Posted in:
Articles by
Published:

2 Comments

  1. Mooie column. Heb jij je weleens in belastingen? Als jij als enige in het gezin kostwinner bent m/v, en je verdient 48.000 per jaar bruto, kun je door de belastingdruk amper een huur betalen hoger als 750. Echter breng je samen hetzelfde bruto binnen, dan kun je ineens een huis huren van wel 1000 per maand. Reken voorbeeld bij 3 of 4 kinderen. Bizar hoe werkende stellen worden bevoordeeld ten opzichte van alleen verdienende kostwinners. Kom je boven een x brutobedrag per jaar, ga je het hoogste tarief afdragen. En dus is dat mijn inziens, de reden vh anderhalf verdieners model.

  2. IreneJanssen

    Hoi Stefan, dank voor je reactie. Je hebt gelijk, ons belastingsysteem ism kosten kinderopvang EN de cultuur waarbij kinderen 5 dagen laten opvangen not done is, is een belangrijke reden waarom veel gezinnen kiezen voor dit model. Begrijpelijk, wel jammer omdat veel talent daardoor blijft liggen zowel zorgtalent van papa’s als verschillende talenten van mama’s.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *